Motoriek 4 tot 12 maanden

Vanaf 4 maanden gaat je baby steeds beter bewegen. Je kind gaat reiken en grijpen, omrollen, het hoofd optillen, kruipen, zitten, staan en uiteindelijk loslopen. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Sommige kinderen ontwikkelen zich snel, andere kinderen doen er wat langer over.

Motoriek 4 tot 12 maanden

Reiken en grijpen baby

Je baby ontdekt zijn eigen handen en voeten, en gaat zijn vuist openen en sluiten. Daarna gaat hij zijn handen naar elkaar toe brengen en ermee spelen. Je kind kijkt en probeert. Door te bewegen komt je baby erachter wat het allemaal kan doen.
  • Je baby probeert zijn voeten vast te pakken en stopt zijn tenen in de mond.
  • Wat je kind ziet, wil het pakken. Dat kost soms nog veel moeite. Kijk maar eens naar dat gespannen gezicht.
  • Je kind kan liggend op de buik het hoofd een tijdje omhoog houden. Enige tijd later kan je kind op je schoot zitten, als je je kind goed ondersteunt.
  • Je kind stopt alles in de mond, ook vingers en speelgoed. Door te 'proeven' ontdekt je kind alle nieuwe vormen. Zorg ervoor dat je kind geen gevaarlijke dingen in de mond kan stoppen waardoor het zich kan verslikken. Let op kralen, kleine onderdelen van speelgoed en stukjes eten. Speelgoed moet groter zijn dan 3,5 centimeter.

Op de buik liggen en omrollen

Als je baby wakker is kun je hem af en toe op de buik leggen. Als je baby op zijn buik ligt, ziet hij de wereld eens op een andere manier. Het is goed voor de ontwikkeling van je kind als je de buikligging stimuleert. Oefen de buikligging alleen als je er bij bent. Vanuit buikligging gaat je baby ontdekken hoe hij zich kan omrollen.

Ogen en handen baby

De ogen en handen gaan in het eerste jaar steeds beter samenwerken. Je kind leert dat het iets kan doorgeven van de ene hand naar de andere hand. De fijne motoriek wordt al een stuk beter en je kind leert ook kleinere voorwerpen vast te pakken. Eerst pakt je kind iets met de hele hand, een poosje later leert het om een klein voorwerp met duim en wijsvinger op te pakken. Rond negen maanden begint je kind uit een beker te drinken.

Gebaren baby

Als de ogen en handen eenmaal goed samenwerken, gaat je baby ook in de handen klappen en zwaaien. Je kind maakt steeds beter duidelijk wat het wil door te wijzen en gebaren te maken.

Zitten, kruipen en staan

Je kind leert zitten en kruipen. Voordat je baby kan kruipen wordt het tijd voor een traphekje. Kijk dus goed of hij of zij al op de handen begint te steunen. Veel kinderen kunnen kort nadat ze hebben leren kruipen ook ergens op klimmen. Je kind gaat zich optrekken om te gaan staan. Daarna gaat je kind langs de tafel lopen. Je kind houdt zich vast en kan soms al even los staan. Dat zijn belangrijke nieuwe ontwikkelingen. Je kind ziet de wereld nu heel anders. Het kan meer, ziet meer en ontdekt meer.

Leren lopen

De eerste stapjes van je kind zijn een fantastische ervaring. Voor je kind en voor jou. Bij het leren lopen zet je kind eerst de tenen op de grond of zet het de voeten plat neer. Als je kind veel oefent, bijvoorbeeld met een loopwagen, gaat het lopen steeds makkelijker. Zo leert je kind later ook rennen, klimmen en klauteren.

Kruipen, lopen en veiligheid

Wanneer je kind eenmaal kan kruipen en lopen, wordt de veiligheid in en om het huis natuurlijk steeds belangrijker. Kijk ook op Kinderveiligheid.nl waar je bij elke mijlpaal rekening mee moet houden.