Ontwikkeling denken

Denkt jouw kind niet altijd na voordat het iets doet? Is je kind vooral met zijn of haar eigen wensen bezig? Dat komt doordat het puberbrein nog lang niet af is. Vooral aan het begin en aan het eind van de puberteit verandert er veel in het hoofd van je kind. Het verstand van pubers werkt anders dan volwassen hersenen. Maar een puber kan veel leren.

Ontwikkeling denken

Ontwikkeling hersenen puber

De hersenen groeien door tot je kind 23 jaar is of nog ouder. Hersenen bestaan uit zenuwcellen en verbindingen. In de puberteit veranderen de hersenen sterk. Pubers krijgen minder verbindingen tussen de zenuwcellen, maar deze worden wel dikker. Deze verbindingen zorgen dat je kind steeds beter zelfstandig kan leven. Tijdens deze fase is het erg onrustig en soms zelfs chaos in het puberhoofd. Dat verklaart het steeds veranderende gedrag van pubers. Op Helderopvoeden.nl lees je meer over het puberbrein.

Pubers veranderen telkens

De ene keer kun je verstandig met pubers praten. Dan kunnen ze hun emoties beheersen en hebben ze goed nagedacht over wat ze zeggen. Het andere moment willen ze niet luisteren en zijn ze niet redelijk.  Ze denken vaak heel zwart-wit of hebben zomaar een uitbarsting van gevoelens. Kinderen van 10 tot 15 jaar kunnen gevoeliger reageren op dingen. Dit komt door hormonen en door het rijp worden van de hersenen. Pubers zijn erg bezig om wensen direct uit te voeren. Hebben ze zin in ijs, dan willen ze meteen een ijsje kopen. Ze hebben hun plotselinge gedachten nog niet onder controle.

Betere concentratie, minder goed vooruit plannen

Wat kunnen kinderen in de puberteit al wel en nog niet?
  • Steeds meer onthouden. Ze kunnen ook een truc verzinnen voor wat ze moeten onthouden. Basisschoolkinderen kun je handige trucjes leren om dingen te onthouden (ezelsbruggetjes), pubers bedenken die al zelf.
  • Van tevoren bedenken hoe ze iets het best kunnen aanpakken. Als je kind nu bijvoorbeeld spontaan aanbiedt om de vaatwasser in te ruimen, wil het mogelijk iets van je. Meer zakgeld of naar een laat feest.
  • Heel geconcentreerd met huiswerk bezig zijn. Dat kan hij of zij ook met keiharde muziek erbij. Muziek schermt achtergrondgeluiden af: kindergehuil, een startende auto of een klepperende deur. Televisie leidt meestal wel af als je kind steeds even kijkt.
  • Op de kern van een probleem richten. Een basisschoolkind wordt nog afgeleid door dingen, die er niets mee te maken hebben. Een puber heeft daar steeds minder last van.
  • Heel goed plannen wat er nu moet gebeuren. Moeilijker is het om te plannen voor over een week of een maand. Huiswerk maken betekent vooruit werken en niet pas een dag van tevoren gaan leren. Als pubers eenmaal aan hun huiswerk beginnen, kunnen ze het goed aanpakken. Maar ze zijn dan vaak al te laat om alles nog te leren. Daardoor kunnen ze onvoldoendes gaan halen en hun motivatie kwijtraken.

Heftiger gevoelens en meer risico’s

Het veranderende gedrag van pubers heeft niet alleen met de hersenen, maar ook met hormonen te maken. Vooral het hormoon testosteron wordt actief in het deel van de hersenen dat gaat over spanning en emoties. Gevoelens kunnen daardoor snel en hoog oplopen. Daarbij zoeken pubers ook vaak naar intense ervaringen. Maar het deel van de hersenen dat betrokken is bij het beheersen van wensen en afwegen van risico’s is pas rond het twintigste jaar klaar. Een tijdlang denken pubers nog niet goed na voordat ze iets doen. Ze zoeken dan wel risico en doen spannende dingen. Ze realiseren zich dan meestal niet eens dat hun gedrag gevolgen kan hebben. In het filmpje 'Puberbrein' van het Trimbos-instituut zie je waarom je puber soms rare dingen doet: Pubers zijn ook steeds op zoek naar grenzen. Ze willen ontdekken of ze over die grenzen heen kunnen gaan of ze kunnen verleggen.

Vanaf 16 jaar meer aandacht voor anderen

Pubers zien zichzelf als het centrum van de wereld. Vanaf ongeveer 16 jaar leren ze steeds meer rekening houden met de gevolgen van hun gedrag. En ook met gevolgen na langere tijd. De organisatie in de hersenen wordt steeds beter.
  • Pubers krijgen steeds meer grip op hun eigen gedrag.
  • Ze maken nu keuzes omdat ze er redenen voor hebben. En ze kunnen die keuzes achteraf ook beoordelen.
  • Ze kunnen hun gedrag nu aanpassen aan hun omgeving. Groepsdruk heeft minder invloed. Ze doen dus minder snel dingen, waar ze eigenlijk niet achter staan.

Je puber ondersteunen

Het helpt al veel als je weet dat je puber zijn of haar gedrag niet altijd onder controle heeft omdat het puberbrein nog in ontwikkeling is. Je kunt je kind helpen door af en toe uit te leggen wat het gevolg kan zijn van het gedrag of plan. Zo herinner je je kind aan zijn en jouw grenzen. Ook bij het plannen voor opdrachten op school en leren voor een proefwerk kun je je kind helpen. Bekijk ook het filmpje 'Puberbrein' van Groter Worden: