Winnen en verliezen

In de puberteit leren kinderen nog heel veel van spel en sport. Ze leren wat ze leuk vinden, waar ze goed in zijn, sociale vaardigheden en ook wat het is om een bijvoorbeeld een sportwedstrijd te verliezen.

Winnen en verliezen

Niet tegen hun verlies kunnen

Sommige pubers kunnen erg slecht tegen hun verlies. Ze worden bijvoorbeeld boos of gaan ruzie maken.

Wat doe je dan?

  • Zeg dat je de teleurstelling begrijpt: "Je bent teleurgesteld, dat begrijp ik. Ik wil ook graag winnen."
  • Vertel dat er niets mis is met willen winnen: dat laat zien dat je gemotiveerd bent en met motivatie kan je veel bereiken.
  • Leg vervolgens uit dat het gedrag dat je kind laat zien als het verliest, wel negatief is.
  • Geef aan dat het goed is om te leren omgaan met verlies. Help je kind zich bewust te worden van zijn emoties en gedrag door erover te praten. Praat ook met je kind over respectvol omgaan met medespelers en leiding.
  • Geef je kind regelmatig complimenten. Niet over prestaties, maar voor inspanningen: "Wat heb jij je best gedaan met voetballen!" In plaats van: "Wat knap dat jullie hebben gewonnen." Zo krijgt je kind zelfvertrouwen en een positief zelfbeeld, waardoor het beter tegen zijn verlies kan en leert doorzetten.
  • Vergelijk je kind niet met anderen, dat kan het onzeker maken.
  • Geef zelf het goede voorbeeld als je verliest, bijvoorbeeld: "Jammer, maar ik vond het wel gezellig!"
Lees ook meer informatie over boosheid en agressie bij pubers.